Treiball (drijfbal) is een tamelijk nieuwe hondensport die langzamerhand bezig is zich een plaats in de hondenwereld in te nemen. Het is een hondensport die de meeste honden en baasjes ontzettend veel plezier geeft. De sport kan gezien worden als een kruising tussen voetbal en schapen drijven.
Wat is Treiball?
Treiball, in Nederland ook wel drijfbal genoemd, is een soort schapen drijven, maar dan zonder schapen. Het kan met bijna alle soorten honden worden beoefent. Er wordt gewerkt met één tot acht grote opblaasbare lichte ballen met een dorsnede van zo’n 50-75 centimeter.
De ballen worden in een driehoek neergelegd, waarna de hond ze stuk voor stuk zo moet zien te manoeuvreren dat ze in een 3 meter breed goal terechtkomen.
Dikke lol voor de meeste honden, maar ook voor hun baasjes. En de schapen zijn er ook heel blij mee, want die kunnen lekker in hun weitje blijven grazen.
Sommige honden zijn enorme slopers en maken elke bal binnen 5 minuten lek. Voor deze honden is de Boomer Ball een uitkomst in dit soort spellen. Deze zeer sterke en bijna onverwoestbare bal van hard kunststof is verkrijgbaar in verschillende maten. Het is ontwikkeld als sport en spelmateriaal waar niet alleen honden, maar zelfs dierentuin dieren als leeuwen mee kunnen spelen.
Zelf leren of op een hondenschool?
Treiball wordt op steeds meer hondenscholen gegeven. Maar heb je daar geen tijd voor of zin in? Dan staat niets je in de weg om je hond het zelf aan te leren en op eigen tempo met je hond ballen te gaan drijven.
Een bal kun je voor ongeveer 15 euro kopen bij vrijwel iedere sportzaak. Het zijn zogeheten gymnastiekballen, die gebruikt kunnen worden bij fitness-oefeningen. Meestal worden ze bezorgd met bijbehorende pomp.
Voor heel kleine honden kan ook een gewone voetbal het goed doen. Verder heb je beloningssnoepjes nodig, een beetje geduld en eventueel een paar palen die als goal kunnen dienen.
Pomp de bal goed hard op, want als de bal te zacht is kan de hond hem makkelijk lek bijten.
De eerste beginselen
Gooi of leg, om te beginnen, een voertje onder de bal. Als de hond met zijn neus onder de bal duikt, rolt deze vanzelf een stukje weg, want hij weegt bijna niet. Je kunt het woord “goed zo” gebruiken en hem nogmaals belonen. Vindt de hond de grote val nog een beetje eng? Rol hem dan steeds een stukje bij hem vandaag, zodat zijn nieuwsgierigheid gewekt wordt.
Beweeg de bal niet naar de hond toe, want dan heb je de kans dat hij er bang voor wordt en wegrent. En dat is niet de bedoeling.
Langzaamaan gaat de hond begrijpen dat hij zijn beloning kan verdienen door het aanstoten van de bal. En dan ga je de beloning uitstellen. Laat je hond de bal steeds een stukje verder weg duwen, voordat je beloont. Heeft je hond het begrepen? Doe er dan een commando bij. Je kunt bijvoorbeeld “duw” of “push” gebruiken.
Zeg de hond te gaan liggen, of een zittende houding aan te nemen, een paar meter achter de bal. Ga zelf aan de andere kant staan.
Geef het commando, bijvoorbeeld “push” zodat hij de bal gaat duwen. Doordat je hond aan de andere kant staat, beweegt hij de bal naar je toe.
Beloon en prijs hem de hemel in als hij met de bal bij je is aangekomen. Maak de afstand tussen jou, de bal en je hond steeds iets groter. Ga steeds een stapje verder en ga niet meer in één rechte lijn staan. Doe een stapje naar links of rechts. Zo leert je hond de bal vanuit verschillende hoeken/richtingen naar je toe te bewegen.
Het echte werk
Als je hond dit allemaal begrijpt kun je ook met meer ballen gaan oefenen. Leg bijvoorbeeld 2 ballen naast elkaar en de derde in het midden, er iets achter. Zet je hond achter de laatste bal en ga zelf blak voor de 2 voorste ballen staan.
Zeg je hond de achterste bal, tussen de 2 voorste ballen door, naar je toe te duwen. Laat hem daarna de andere 2 ballen bij je brengen. Ook hier kun je de afstand opbouwen, zodra je hond het drijven op korte afstand kent. Ook kun je steeds meer ballen toevoegen. En ballen op verschillende plaatsen neerleggen.
Op een gegeven moment kun jij in het goal gaan staan en kan je hond ballen op grote afstand naar je toe rollen. Zo leert je hond dat de bal in het goal moet.
Nawoord
De meeste honden hebben het spelletje snel door en vinden het geweldig om te doen. Wel opletten dat de gymbal zo stevig is dat je er zelf op kan gaan zitten. En dat de bal niet snel lek gaat. Doordat de ballen erg groot zijn, kan je hond zijn kaken er niet omheen krijgen en het lek bijten. Let erop dat je hond de bal niet klem zet tegen een schutting of doornstruik. Ja, het zijn slimme beestjes!
Al met al kost het best tijd, liefde en geduld om je hond dit spelletje te leren. Maar als je hond het eenmaal kent, zullen jullie er samen veel plezier aan beleven. Je kunt je hond dan zelfs laten voetballen met kinderen.
