Het is belangrijk dat een hond veel beweging krijgt. Dit kan voorkomen dat je hond overgewicht krijgt of zich verveelt en gedragsproblemen ontwikkelt.
Je kunt je hond op vele manieren beweging geven, bijvoorbeeld door te wandelen, fietsen, behendigheid of apporteren. Apporteren versterkt ook de band tussen baasje en hond.
In dit artikel leggen we uit hoe je jouw hond kunt leren apporteren. Veel honden zijn gek op apporteren, maar er zijn ook honden die er niets om geven. Of honden die het leuk vinden om achter de bal aan te rennen, maar vervolgens geen zin hebben om de bal terug te brengen. Rassen als labradors en golden retrievers zijn perfecte honden voor apporteren.
Stap 1: Leer je hond bij je te komen
Begin je hond eerst te leren om bij je te komen. Doe dit bijvoorbeeld met het commando “kom” of “hier” of een ander, duidelijk commando naar keuze.
- Zorg ervoor dat je koekjes of snoepjes bij je hebt
- Ga een paar stappen bij je hond vandaan, steek je hand uit en laat je hond bij je komen
- Beloon je hond als hij of zij je hand aanraakt, reageer enthousiast en geef het snoepje
Herhaal dit zo’n 10-20 keer - Introduceer vervolgens je commando en herhaal bovenstaand nog eens 10-20 keer
- Ga steeds iets verder van je hond staan
- Zorg ervoor dat de hond zo min mogelijk afleiding en prikkels in de omgeving heeft
Stap 2: Introduceer het speeltje
Laat je hond kennis maken met het speeltje. Beloon je hond telkens als het interesse toont in het speeltje of er met de neus aan snuffelt. Zorg ervoor dat je hond het speeltje héél erg leuk gaat vinden.
Stap 3: Pakken en loslaten
Nu is het tijd dat je hond leert om het speeltje te pakken en weer los te laten. Gooi het speelgoed nog niet, maar beweeg het van je hond af. Laat je hond nu het speeltje pakken en beloon hem daarbij enthousiast. Daarna moet je hond het speeltje weer loslaten. Dit alles terwijl jij het speeltje vast blijft houden. Zorg dat je hond er een beetje achteraan moet jagen, dit maakt het interessanter voor hem. Herhaal dit een aantal keren achter elkaar, totdat je denkt dat je hond het door heeft.
Stap 4: Begin in huis
Nu begint het spannende gedeelte en kun je beginnen de bal of het speeltje kleine stukjes te gooien in huis. Zorg ervoor dat de hond verder weinig afleiding heeft. Gooi de bal een paar meter van je af. Als de hond het speeltje oppakt, roep je hem “kom” en beloon je hem zodra hij bij jou is met enthousiasme en een koekje/snoepje.
Herhaal dit een aantal keer. Als je hond het lijkt te begrijpen kun je de bal steeds een stukje verder gooien.
Stap 5: Naar buiten
Buiten apporteren is moeilijker, omdat je hond hier veel afleiding heeft. Vogeltjes, geuren, voorbijgangers. Als je een grote tuin hebt, probeer het dan eerst in de tuin. Lukt dit niet, zoek dan een rustig parkje of plekje op. Doe hetzelfde als bij stap 4, begin dichtbij en gooi de bal steeds een stukje verder weg.
Tips
- Sommige honden vinden voer niet interessant genoeg of weigeren de bal terug te geven. Het kan dan helpen om met bijvoorbeeld twee tennisballen te werken. Je “ruilt” dan de ene bal voor de andere.
- Loopt je hond weg nadat ze de bal heeft gepakt? Oefen dan eerst met een lange lijn, zodat ze niet weg kan lopen.
- Kies een speeltje die jouw hond echt geweldig vind. De ene hond vind een bal leuk, de ander apporteert beter met een frisbee of speeltje met een piepje. Probeer een paar speeltjes uit om te testen wat jouw hond echt enthousiast maakt.
- Bij de ene hond duurt het aanleren langer dan bij de ander. Retrievers en labradors zijn bijvoorbeeld gefokt voor het ophalen van afgeschoten wild en apporteren zit dus in hun DNA. Een Malteser of Chihuahua zijn voor andere doeleinden gefokt. Zij hebben misschien wat langer de tijd nodig.
Niet alle honden houden van apporteren. Is jouw hond daar één van? Probeer dan gewoon een ander leuk spel. Verstop bijvoorbeeld snoepjes door de tuin en laat je hond deze zoeken of probeer behendigheid. (agility) Of ga lekker een stuk in het bos wandelen of fietsen.